Informatie voor patiënten Behandeling slokdarmkanker zonder uitzaaiingen

Slokdarmkanker zonder uitzaaiingen

Als er geen uitzaaiingen zijn kunnen chemo­radiotherapie en/of een operatie een mogelijke opties zijn.

Wat zijn mijn opties?


Bestraling en chemotherapie gevolgd door operatie

De meeste mensen krijgen eerst een combinatie van chemotherapie en bestraling (chemoradiatie) en daarna een operatie. Dat is om de tumor kleiner te maken, zodat de operatie makkelijker is. Ook verkleint het de kans dat er opnieuw een tumor ontwikkelt.

lees meer

Bestraling en chemotherapie gevolgd door operatie

De meeste mensen krijgen eerst een combinatie van chemotherapie en bestraling (chemoradiatie) en daarna een operatie. Dat is om de tumor kleiner te maken, zodat de operatie makkelijker is. Ook verkleint het de kans dat er opnieuw een tumor ontwikkelt.

Na de chemoradiotherapie heeft u een paar weken om te herstellen en in een zo goed mogelijke conditie te komen. Dat is belangrijk om de kans op problemen na de operatie te verkleinen. De operatie is meestal 10 tot 12 weken na de laatste bestraling. Mocht uw conditie het dan nog niet toelaten, dan wachten we ook nog wel eens langer.

Voorbereiding

Om het bestralingsplan te maken, maken we eerst een CT-scan. Eerder gemaakte scans zijn daar niet geschikt voor. Tijdens deze scan zetten we tatoeagepuntjes op uw lichaam. Deze zorgen ervoor dat we u iedere dag op dezelfde manier op de bestralingstafel kunnen laten liggen en u zo de bestraling op de juiste plek krijgt. Zodra het bestralingsplan gemaakt is, start de behandeling. Op de eerste dag van de bestraling, start u ook met uw eerste chemokuur.  

De behandeling

De bestralingsbehandeling bestaat uit 23 bestralingen die op achter elkaar op werkdagen gegeven worden. Deze behandeling combineren we met wekelijkse chemotherapie. De chemo krijgt u via een infuus.

Complicaties en bijwerkingen

Van de bestraling kunt u bijwerkingen krijgen. De meeste bijwerkingen beginnen in de 2e week van de behandeling. U kunt last krijgen van vermoeidheid, misselijkheid, een branderig gevoel achter het borstbeen, pijn bij het eten of drinken en soms kan uw huid op de plaats van het bestralen verkleuren. De meeste bijwerkingen kunnen we met medicijnen behandelen. De klachten verdwijnen binnen 2 weken na de laatste bestraling.

Het kan dat uw slokdarm wat dikker wordt door de bestraling, waardoor eten en drinken moeilijk voor u kan zijn. Als u voor de bestraling niet kunt eten, kan het nodig zijn om voor of tijdens de bestralingen een voedingssonde te plaatsen. Dit is een slangetje dat via uw neus naar uw maag gaat en ervoor zorgt dat vloeibare voeding in uw maag komt.  

Na de chemoradiotherapie

Chemotherapie is het behandelen van kanker met medicijnen die de kankercellen doden of remmen in hun groei. Hierdoor kunnen tumoren kleiner worden. Na de chemoradiotherapie krijgt u een PET/CT-scan om opnieuw te kijken naar de tumor. Ook kijken we of u fit genoeg bent voor een operatie. Als een operatie inderdaad mogelijk is, krijgt u nog een keer informatie over uw operatie.


Over de operatie

U komt in aanmerking voor een operatie als u geen uitzaaiingen heeft en uw lichamelijke conditie goed genoeg is. Tijdens de operatie verwijderen we de slokdarm en het bovenste gedeelte van de maag. lees meer

Over de operatie

We verwijderen de slokdarm samen met het begin van de maag. Van het overgebleven deel van de maag (twee derde) maken we een buis: de buismaag. Deze verbinden we als ‘nieuwe slokdarm’ weer met het resterende deel van de slokdarm. Deze verbinding kan in de borstkas of in de hals worden gemaakt en noemen we een anastomose of naad. Maximaal een derde van de maag blijft uiteindelijk echt als maag functioneren.

Als de maag niet bruikbaar blijkt voor het maken van een buismaag (bijvoorbeeld door eerdere operaties aan de maag), kunnen we soms van een stuk van uw darm een slokdarm maken. De risico’s en uitkomsten bij dit soort operaties zijn een stuk slechter dan wanneer we een buismaag maken.

Voorwaarden voor een operatie

  • U heeft geen uitzaaiingen op afstand (verder weg dan de lokale lymfklieren).
  • U heeft geen andere aandoeningen die het risico op complicaties verhogen.
  • Uw longfunctie is voldoende.
  • Uw conditie is goed.
  • U een goede voedingstoestand.
  • U accepteert dat uw kwaliteit van leven afneemt, voor een grotere kans om de ziekte te overleven.


Bestralen en chemotherapie zonder operatie

De behandeling bestaat uit 28 bestralingen die iedere dag op werkdagen gegeven wordt. Deze behandeling combineren we met wekelijkse chemotherapie. De chemo krijgt u via een infuus toegediend. lees meer

Bestralen en chemotherapie zonder operatie

De bestralingsbehandeling bestaat uit 28 bestralingen die iedere dag op werkdagen gegeven wordt. Deze behandeling combineren we met wekelijkse chemotherapie. De chemo krijgt u via een infuus toegediend. Chemotherapie is het behandelen van kanker met medicijnen die de kankercellen doden of remmen in hun groei. Hierdoor kunnen tumoren kleiner worden.

Voorbereiding

Om het bestralingsplan te maken, maken we eerst een CT-scan. Eerder gemaakte scans zijn daar niet geschikt voor. Tijdens deze scan zetten we tatoeagepuntjes op uw lichaam. Deze zorgen ervoor dat we u iedere dag op dezelfde manier op de bestralingstafel kunnen laten liggen. Zodra het bestralingsplan gemaakt is, start de behandeling. Op de eerste dag van de bestraling, start u ook met uw eerste chemokuur.  

Bijwerkingen

De bijwerkingen zijn meestal wat heftiger door de hogere dosis. U kunt last krijgen van vermoeidheid, misselijkheid, branderig gevoel achter het borstbeen, pijn bij het eten of drinken en soms kan de huid verkleuren in het bestraalde gebied. De meeste bijwerkingen zijn met medicijnen te behandelen en nemen binnen 2 weken na de laatste bestraling af.

Na de behandeling

Omdat de slokdarm niet verwijderd wordt, kan het zijn dat u op langere termijn klachten krijgt door de bestraling. U kunt bijvoorbeeld last krijgen van een vernauwing van uw slokdarm doordat het bestraalde weefsel stugger wordt op langere termijn. Daardoor kunt u opnieuw last krijgen dat het eten niet zakt waardoor u uw eetpatroon moet aanpassen. Het kan ook dat de klachten zo erg zijn dat de arts kijkt of het weefsel opgerekt kan worden. 


Geen behandeling

U kunt ook kiezen voor geen behandeling. We kijken dan samen met u wie u het beste kan begeleiden om eventuele klachten te verminderen en te zorgen voor een zo goed mogelijke kwaliteit van leven.